(Uitputting)
Op het werk voel ik me geestelijk uitgeput

(Uitputting)
Alles wat ik doe op mijn werk, kost mij moeite

(Uitputting)
Ik raak maar niet uitgerust nadat ik gewerkt heb

(Uitputting)
Op het werk voel ik me lichamelijk uitgeput

(Uitputting)
Als ik ‘s morgens opsta, mis ik de energie om aan de werkdag te beginnen

(Uitputting)
Ik wil wel actief zijn op het werk, maar het lukt mij niet

(Uitputting)
Als ik me inspan op het werk, dan word ik snel moe

(Uitputting)
Op het einde van de werkdag voel ik me mentaal uitgeput en leeg

(Mentale distantie)
Ik kan geen belangstelling en enthousiasme opbrengen voor mijn werk

(Mentale distantie)
Op mijn werk denk ik niet veel na en functioneer ik op automatische piloot

(Mentale distantie)
Ik voel een sterke weerzin tegen mijn werk

(Mentale distantie)
Mijn werk laat mij onverschillig

(Mentale distantie)
Ik ben cynisch over wat mijn werk voor anderen betekent

(Cognitieve ontregeling)
Op het werk kan ik er mijn aandacht moeilijk bijhouden

(Cognitieve ontregeling)
Tijdens mijn werk heb ik moeite om helder na te denken

(Cognitieve ontregeling)
Ik ben vergeetachtig en verstrooid tijdens mijn werk

(Cognitieve ontregeling)
Als ik aan het werk ben, kan ik me moeilijk concentreren

(Cognitieve ontregeling)
Ik maak fouten in mijn werk omdat ik er met mijn hoofd ‘niet goed bij ben’

(Emotionele ontregeling)
Op mijn werk heb ik het gevoel geen controle te hebben over mijn emoties

(Emotionele ontregeling)
Ik herken mezelf niet in de wijze waarop ik emotioneel reageer op mijn werk

(Emotionele ontregeling)
Tijdens mijn werk raak ik snel geïrriteerd als de dingen niet lopen zoals ik dat wil

(Emotionele ontregeling)
Ik word kwaad of verdrietig op mijn werk zonder goed te weten waarom

(Emotionele ontregeling)
Op mijn werk kan ik onbedoeld te sterk emotioneel reageren

(Psychische spanningsklachten)
Ik heb problemen met inslapen of doorslapen

(Psychische spanningsklachten)
Ik heb de neiging om te piekeren

(Psychische spanningsklachten)
Ik voel mij opgejaagd en gespannen

(Psychische spanningsklachten)
Ik voel me angstig en/of heb last van paniekaanvallen

(Psychische spanningsklachten)
Ik heb moeite met drukte en/of lawaai

(Psychosomatische klachten)
Ik heb last van hartkloppingen of pijn in de borststreek

(Psychosomatische klachten)
Ik heb last van maag- en/of darmklachten

(Psychosomatische klachten)
Ik heb last van hoofdpijn

(Psychosomatische klachten)
Ik heb last van pijnlijke spieren, bijvoorbeeld in de nek, schouder of rug

(Psychosomatische klachten)
Ik word snel ziek